DENIOS B.V
Leidse Schouw 2
2408 AE Alphen aan den Rijn

Tel.: +31 172 50 64 66
E-Mail: info@denios.nl
Internet: www.denios.nl

Etikettering van gevaarlijke goederen: wat u moet weten

Het transport van gevaarlijke stoffen is voor veel bedrijven dagelijkse routine, maar bij de markering zijn de details van cruciaal belang. Of het nu gaat om verbleekte etiketten, verkeerd geplaatste waarschuwingsborden of ontbrekende UN-nummers: zelfs kleine fouten kunnen ernstige gevolgen hebben – voor de veiligheid, maar ook voor de naleving van wettelijke voorschriften. In deze handleiding leert u welke markeringsverplichtingen gelden en hoe u gevaarlijke stoffen rechtsgeldig en normconform markeert.

Markering van gevaarlijke stoffen: het belangrijkste in het kort

  • Gevaarlijke goederen zijn stoffen en voorwerpen die bij het transport risico's vormen voor mensen, milieu of eigendommen, bijvoorbeeld explosieve, giftige of bijtende materialen.

  • Er zijn negen internationaal gedefinieerde klassen gevaarlijke stoffen, die elk naar gelang het type gevaar specifiek gemarkeerd moeten worden (bijvoorbeeld door symbolen, kleuren, UN-nummers).

  • De verpakking moet bijzonder veilig, getest en aangepast zijn aan de gevarenklasse – inclusief stabiele buitenverpakking en goed zichtbare markeringen voor gevaarlijke stoffen.

  • Voorschriften zoals ADR, RID of GGVSEB regelen op Europees en nationaal niveau precies hoe gevaarlijke stoffen verpakt, gemarkeerd en getransporteerd mogen worden.

  • Veelgemaakte fouten zijn bijvoorbeeld ontbrekende of verkeerde etiketten, slecht hechtende labels of overgeplakte gevarenetiketten – deze kunnen gevaarlijk zijn en duur uitvallen.

  • Een correcte, duurzame en goed zichtbare markering is de centrale veiligheidsfactor bij het transport van gevaarlijke stoffen, ondersteund door scholingen en regelmatige controle.

Wat zijn gevaarlijke goederen?

Gevaarlijke stoffen zijn stoffen en voorwerpen die vanwege hun samenstelling, eigenschappen of toestand tijdens het transport een gevaar kunnen vormen – voor de openbare veiligheid, de gemeenschap, belangrijke gemeenschapsgoederen evenals voor het leven en de gezondheid van mensen, dieren en goederen (wet vervoer gevaarlijke stoffen). Hieronder vallen onder andere ontvlambare vloeistoffen, giftige gassen of radioactieve stoffen, die op de juiste wijze gemarkeerd moeten worden.

Het belang van etikettering van gevaarlijke goederen

Met de markering van gevaarlijke stoffen vervult u meer dan alleen een wettelijke verplichting. Deze draagt in belangrijke mate bij aan het veilig en vlot laten verlopen van het transport van gevaarlijke stoffen en het minimaliseren van risico's in de logistieke keten.

  • Eenduidige gevarentoewijzing: Gestandaardiseerde symbolen, kleuren en codes maken een snelle identificatie van de gevaarlijke stoffen mogelijk, ongeacht of ze over de weg, door de lucht of over water getransporteerd worden.

  • Ondersteuning bij noodgevallen: De markering levert relevante informatie over het type gevaar en vergemakkelijkt zo de keuze van geschikte beschermingsmaatregelen.

  • Afdekking ten opzichte van voorschriften: Door naleving van wettelijke bepalingen zoals ADR (= Europees verdrag betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg), RID (= regeling betreffende het internationale spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen) of ADN (= Europees verdrag betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren) vermijdt u boetes, vertragingen en aansprakelijkheidsrisico's.

  • Vermindering van verkeerde interpretaties: Uniforme standaarden creëren handelingszekerheid, met name op overgangspunten of bij multimodale transporten.

Wettelijke grondslagen voor het transport van gevaarlijke goederen

Voor gevaarlijke stoffen gelden internationaal afgestemde regels. Deze bepalen hoe gevaarlijke stoffen geclassificeerd, verpakt, gemarkeerd en getransporteerd moeten worden. De basis is het zogenaamde Orange Book van de Verenigde Naties, een wereldwijd erkende regelset met aanbevelingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Veel wettelijk bindende voorschriften bouwen hier direct op voort:

Internationale normen

  • ADR (weg) regelt het grensoverschrijdende transport van gevaarlijke stoffen over de weg en bevat gedetailleerde voorschriften voor voertuigen, markeringen en de verplichtingen van betrokkenen

  • RID (spoor) is het relevante regelwerk voor veilig transport van gevaarlijke stoffen per spoor.

  • ADN (binnenwateren) legt de voorschriften vast voor het transport van gevaarlijke stoffen op Europese rivieren en kanalen.

  • IMDG-Code (zeevaart) regelt de verpakking, markering en het vervoer van gevaarlijke stoffen in de internationale zeevaart.

  • ICAO-TI en IATA-DGR (luchtvaart) definiëren de eisen voor veilig transport van gevaarlijke stoffen in de luchtvaart.

Deze wettelijke voorschriften worden voortdurend herzien om nieuwe inzichten en stoffen mee te nemen. Voor bedrijven die internationaal actief zijn, is het daarom van groot belang om wijzigingen vroegtijdig te kennen en door te voeren. De nieuwste ADR-regelingen vindt u op de website van Rijksoverheid.

i

Het juiste omgaan met gevaarlijke stoffen is niet alleen belangrijk bij transport in de openbare ruimte. Ook bij het werken met de betreffende chemicaliën binnen een bedrijf of bij transport binnen het bedrijf gelden strikte voorschriften.

Klassen gevaarlijke stoffen in één oogopslag

In de praktijk is het cruciaal om gevaarlijke stoffen correct toe te wijzen aan een gevarenklasse. Deze indeling bepaalt de voorgeschreven markeringen en etiketteringen van verpakkingen, containers en voertuigen. Een etiketteringslijst voor gevaarlijke stoffen helpt om de betreffende verplichte symbolen, UN-nummers en gevarenklassen snel te herkennen.

Een kort overzicht van de negen internationaal uniform gedefinieerde klassen gevaarlijke stoffen en etiketteringsvoorschriften (Tabel A van de ADR):

Gevarenklasse 1: explosieve stoffen

Deze klasse omvat alle stoffen en voorwerpen met explosiegevaar – oftewel substanties die bij activering door hitte, druk of stoot heftig reageren. Deze klasse is onderverdeeld in 6 subklassen:

  • 1.1: massaexplosief (explosie omvat vrijwel de volledige lading tegelijk)

  • 1.2: gevaar door splinters en weggeslingerde stukken, maar niet massaexplosief

  • 1.3: hoog brandgevaar, maar geen massaexplosie

  • 1.4: gering explosiegevaar, effecten blijven beperkt tot het verzendstuk

  • 1.5: zeer ongevoelig, maar wel massaexplosief

  • 1.6: extreem ongevoelig, niet massaexplosief

Voorbeelden: buskruit, lichtkogels, patronen, explosieven.
Etikettering: gevarenetiket per subklasse, UN-nummer, gevarennummer, H- en P-zinnen, signaalwoord („Voorzichtig" of „Gevaar"), classificatie in verenigbaarheidsgroepen A–S (bijv. A = ontstekingsmiddel, G = pyrotechniek, L = bijzonder gevaarlijk).

Gevarenklasse 2: gassen

Deze klasse betreft gasvormige stoffen, ongeacht of ze vloeibaar gemaakt, opgelost of samengeperst zijn. Er zijn drie subklassen:

  • 2.1: ontvlambare gassen

  • 2.2: niet-ontvlambare, niet-giftige gassen

  • 2.3: giftige gassen

Voorbeelden: propaan, waterstof, acetyleen, lachgas, haarsprays.
Etikettering: gevarenetiket 2.1–2.3, UN-nummer, gevarengraad wordt aangegeven met een hoofdletter (bijv. F = ontvlambaar, T = giftig, C = bijtend, A = verstikkend), drukgegevens, gevarennummer.

Gevarenklasse 3: ontvlambare vloeistoffen

Hieronder vallen vloeibare stoffen die ontbranden wanneer een bepaalde temperatuur of druk wordt bereikt. Deze gevaarlijke stoffen moeten worden ingedeeld naar hun vlampunt en aanvullende gevaren (explosief, giftig). Hiervoor gelden dezelfde letters als voor klasse 2.

Voorbeelden: benzine, diesel, alcohol, lakken, schoonmaakmiddelen.
Etikettering: gevarenetiket klasse 3, classificatiecode (bijv. F1 = vlampunt van hoogstens 60°C, FTC = ontvlambare vloeibare stoffen, giftig, bijtend), UN-nummer, vlampuntaanduiding, H-/P-zinnen.

Gevarenklasse 4: ontvlambare vaste stoffen en voorwerpen

Deze uitgebreide klasse is onderverdeeld in drie subklassen:

  • 4.1: zelfontledend of gedesensibiliseerd explosief, bijv. zwavel, lucifers

  • 4.2: zelfontbrandend bij contact met lucht, bijv. witte fosfor, vismeel

  • 4.3: reageren met water onder vorming van ontvlambare gassen, bijv. natrium, carbid

Etikettering: gevarenetiket 4.1–4.3, UN-nummer, H-/P-zinnen, verpakkingsgroep naargelang de gevaarlijkheid.

Gevarenklasse 5: oxiderende stoffen

Deze stoffen zijn oxiderend en werken brandbevor­derend, ook al branden ze zelf niet. Er zijn twee subklassen:

  • 5.1: oxiderende stoffen zoals kaliumchloraat, salpeterzuur

  • 5.2: organische peroxiden, bijv. verharders voor harsen, naargelang het type (A–G) verschillend gevaarlijk

Etikettering: gevarenetiket 5.1/5.2, temperatuurbeheersing (type P1 of P2), UN-nummer, H-/P-zinnen, verpakkingsgroep indien relevant.

Gevarenklasse 6: giftige en infectueuze stoffen

Deze klasse onderscheidt:

  • 6.1: acuut toxische stoffen zoals blauwzuur, arseen, pesticiden

  • 6.2: infectueuze stoffen zoals virussen, bacteriën, medisch afval

Etikettering: gevarenetiket 6.1/6.2, UN-nummer, classificatie op basis van gezondheidsrisico, veiligheidsinformatieblad, H-/P-zinnen.

Gevarenklasse 7: radioactieve stoffen

Bevat alle stoffen met radionucliden zoals uranium, plutonium of cesium. Afhankelijk van de stralingsintensiteit vindt een onderverdeling in categorieën plaats:

  • 7A: categorie I (wit etiket) – zeer geringe straling

  • 7B–7E: categorie II en III (geel etiket), toenemend hogere straling

Etikettering: UN-nummer, stralingsbeveiliging­smarkering, transportkental, verpakkingstype (type A of B), eventueel kriticaliteitsveiligheidskental, stralingsbe­schermingsverordening.

Gevarenklasse 8: bijtende stoffen

Bijtende stoffen vernietigen organisch weefsel of materialen door chemische reactie.

Voorbeelden: zwavelzuur, natronloog, chloor, agressieve schoonmaakmiddelen.

Etikettering: gevarenetiket klasse 8, verpakkingsgroepen I–III (naargelang de bedreiging), classificatiecode (C1–CW2), UN-nummer, H-/P-zinnen, signaalwoord.

Gevarenklasse 9: verschillende gevaarlijke stoffen

Deze klasse is een verzamelcategorie voor gevaarlijke stoffen die in geen andere klasse passen. Een speciale subgroep is 9A voor lithiumbatterijen.

Voorbeelden: asbest, droogijs, airbags, vloeibare stikstof, lithiumbatterijen.
Etikettering: gevarenetiket klasse 9 of 9A, UN-nummer, classificatiecodes (bijv. M1 = gezondheidsgevaarlijk fijnstof, M4 = lithiumbatterijen), H-/P-zinnen.

i

Vertonen stoffen meerdere gevarenkenmerken, dan wordt hun gevarenklasse ofwel bepaald naar het dominerende gevaar – of ze krijgen een gecombineerde markering die alle relevante gevaren tegelijk weergeeft, zoals „TF" voor giftig en ontvlambaar.

Alle relevante informatie over de markering van gevaarlijke stoffen vindt u in tabel A van de ADR onder het betreffende UN-nummer. Daar staat onder andere het gevarenetiket voor verzendstukken en voertuigen vermeld.

i

De GHS-symbolen zijn een centraal onderdeel van de markering van gevaarlijke stoffen, omdat ze wereldwijd uniform wijzen op de gevaren van chemische stoffen. Ze helpen bij het transport, de opslag en de omgang met gevaarlijke stoffen om risico's vroegtijdig te herkennen en bijpassende veiligheidsmaatregelen te nemen.

Veilige verpakking voor gevaarlijke goederen

De juiste verpakking is meer dan alleen een formele stap, het vormt het centrale uitgangspunt voor een normconforme etikettering van gevaarlijke stoffen. Want het zorgt ervoor dat gevarenetiketten, UN-nummers of richtingspijlen correct kunnen worden aangebracht en tijdens het transport betrouwbaar leesbaar blijven.

Voorgeschreven zijn zogenaamde UN-verpakkingen: deze werden getest volgens internationale standaarden en zijn afgestemd op de specifieke eisen van de respectievelijke gevarenklasse. De toewijzing gebeurt bovendien volgens verpakkingsgroepen – afhankelijk van of de inhoudsstof wordt geclassificeerd als

  • zeer gevaarlijk (verpakkingsgroep 1),

  • matig gevaarlijk (verpakkingsgroep 2) of

  • weinig gevaarlijk (verpakkingsgroep 3).

Ook speciale regelingen zoals het vervoer in beperkte hoeveelheden („Limited Quantities") moeten in acht worden genomen. Deze bieden vergemakkelijkingen, mits bepaalde drempelwaarden en markeringsverplichtingen – zoals het LQ-teken in combinatie met een geschikte buitenverpakking – worden nageleefd.

i

Ook schijnbaar lege verpakkingen vallen onder de voorschriften voor gevaarlijke stoffen wanneer ze resten van gevaarlijke stoffen bevatten. Houd daarom altijd rekening met het volledige verpakkingssysteem – inclusief binnenverpakkingen, vulmateriaal en buitenverpakking – om de juiste classificatie en markering te waarborgen.

Nu we de grondslagen van de etikettering van gevaarlijke stoffen hebben behandeld, bekijken we de specifieke markeringseisen voor voertuigen en containers voor gevaarlijke stoffen.

Etikettering bij het transport van gevaarlijke goederen

De etikettering van transporten van gevaarlijke stoffen waarborgt de veiligheid tijdens het transport en maakt in noodgevallen snelle reacties mogelijk. Afhankelijk van de transporteenheid – of het nu een voertuig, container of buitenverpakking betreft – gelden specifieke eisen:

Eisen voor voertuigen

Het wegtransport van gevaarlijke stoffen valt onder bindende voorschriften voor de markering van voertuigen.

  • Oranje waarschuwingsborden: deze moeten goed zichtbaar voor- en achteraan het voertuig zijn aangebracht (afmeting: 40 × 30 cm). Ze geven aan dat het om een transport van gevaarlijke stoffen gaat.

  • Markeringsnummers: bij bepaalde stoffen moet het waarschuwingsbord bovendien voorzien zijn van een gevarennummer (boven) en een UN-nummer (onder). Het gevarennummer (vroeger „Kemler-getal") van twee of drie cijfers beschrijft de bedreiging door de stof en oriënteert zich op de gevarenklasse. Tweemaal hetzelfde cijfer staat voor versterkt gevaar, een „X" voor het getal betekent dat de stof gevaarlijk kan reageren met water.

Voorbeeld: draagt een tankwagen het waarschuwingsbord „33 / 1203", dan geeft dit aan dat hij benzine geladen heeft – een zeer ontvlambare stof waarvan een aanzienlijk brandgevaar uitgaat.

Het bovenste nummer op het waarschuwingsbord geeft het gevaar van de gevaarlijke stof aan. Het onderste nummer vermeldt het UN-nummer van de gevaarlijke stof.

  • Grote etiketten (Placards): voertuigen met containers of tanks moeten aan beide zijden en achterzijde vergrote gevarenetiketten (minimaal 250 × 250 mm) dragen.

  • Gecombineerd transport: worden verschillende gevaarlijke stoffen samen vervoerd, dan mogen de waarschuwingsborden zonder nummers worden gebruikt.

Bijzondere gevallen:

  • Explosieve stoffen: de etikettering gebeurt met afwijkende cijfers (bijvoorbeeld 3 of 4 in plaats van 1) om verwarring met andere gevarenklassen te voorkomen.

  • Verwarmde gevaarlijke stoffen: voertuigen die verwarmde stoffen vervoeren, moeten aan alle vier zijden worden gemarkeerd met een rood driehoek en een thermometersymbool.

Vereisten voor containers en tanks

De etikettering van vaten, IBC’s of containers dient voor een duidelijke identificatie van de stoffen – ongeacht de transportwijze – en is internationaal helder gereguleerd.

  • Gevarenetiketten: deze vierkante symbolen, op de punt geplaatst, geven via kleur en pictogram de betreffende gevarenklasse aan. Ze moeten minimaal aan één zijde – bij grotere containers (bijvoorbeeld IBC’s boven 450 liter) aan twee tegenovergestelde zijden – duidelijk zichtbaar worden aangebracht. De minimale afmeting is 100 × 100 mm.

De aanduiding "milieugevaarlijk" wordt gebruikt wanneer een stof behoort tot gevarenklasse 9 en de officiële benaming de toevoeging milieugevaarlijk bevat.

  • UN-nummer: het viercijferige nummer (bijvoorbeeld UN 1090 voor aceton) identificeert de betreffende gevaarlijke stof en is terug te vinden in het veiligheidsinformatieblad. Het moet samen met de UN-afkorting in de directe nabijheid van het gevarenetiket worden aangebracht.

  • Oriëntatiepijlen: verpakkingen met vloeistofinhoud moeten aan twee tegenoverliggende zijden pijlen dragen die de juiste positie tijdens het transport aangeven.

Vereisten voor buitenverpakkingen

Wanneer meerdere zendingen worden samengevoegd tot één eenheid, bijvoorbeeld op een pallet, gelden aanvullende eisen voor de etikettering. Het doel is dat bij samengestelde verpakkingen alle relevante informatie duidelijk zichtbaar blijft.

  • Etikettering met buitenverpakkingen: de aanduiding 'buitenverpakking' moet duidelijk zichtbaar worden aangebracht in letters van minimaal 12 mm hoog in de taal van het land van verzending en bij internationaal transport bovendien in het Duits, Engels of Frans.

  • Herhaling van de etiketten: alle gevarenetiketten, UN-nummers, oriëntatiepijlen en eventueel milieuaanduidingen van de opgenomen zendingen moeten ook op de buitenverpakking worden aangebracht, tenzij ze van buitenaf zichtbaar zijn.

  • Transportveiligheid en zichtbaarheid: de buitenverpakking moet stabiel zijn en zodanig zijn ontworpen dat de zendingen niet kunnen verschuiven. Etiketten mogen niet worden bedekt, bijvoorbeeld door tape of rekfolie.

  • Verantwoordelijkheid: de verantwoordelijkheid voor correcte markering ligt bij de afzender, de verantwoordelijkheid voor visuele controle bij het rijpersoneel of de expediteur.

Veelgemaakte fouten in de praktijk

Bij de etikettering van gevaarlijke stoffen sluipen in de dagelijkse praktijk regelmatig fouten in. Sommige lijken onschuldig, maar kunnen in een noodsituatie gevaarlijk zijn, bijvoorbeeld bij ongevallen met gevaarlijke stoffen – of leiden tot boetes en weigering van transport.

Hier zijn de vijf meest voorkomende valkuilen die u moet vermijden:

1

Belangrijke gegevens ontbreken

Soms ontbreekt op de verpakking het UN-nummer, de oriëntatiepijl (boven) of de vermelding van een beperkte hoeveelheid. Ook bij buitenverpakkingen komt het vaak voor dat de etikettering niet overeenkomt met de originele verpakking.

2

Onjuiste of verouderde symbolen

In plaats van de officiële gevarenetiketten wordt er snel een symbool van het internet geprint dat niet (meer) voldoet aan de wettelijke eisen op het gebied van grootte, vorm en andere criteria. Verkeerd geselecteerde gevarenklassen zijn ook een veelgemaakte fout bij de etikettering van gevaarlijke goederen.

3

Markering slecht zichtbaar of verkeerd bevestigd

Als etiketten klein zijn, slechts aan één kant zijn aangebracht of moeilijk te lezen zijn, zal niemand ze zien, noch magazijnpersoneel, noch chauffeurs.

4

Labels houden geen stand

Papieren etiketten, slechte print of verkeerde lijm kunnen loslaten bij regen, hitte of UV-straling. Wat eenmaal leesbaar was, verandert snel in een grijze vlek.

5

Beschadigde of overlijmde etiketten

Wanneer oude etiketten niet worden verwijderd of beschadigde etiketten niet worden vervangen, kan dit leiden tot misverstanden.

Conclusie: etikettering onder controle, gevaarlijke stoffen veilig getransporteerd

Een correcte, duurzame en goed leesbare etikettering zorgt voor veilig en wettelijk conform transport van gevaarlijke stoffen. Het beschermt mensen, milieu en bedrijf en voorkomt boetes, vertragingen of aansprakelijkheidsrisico’s.

Maar etikettering alleen is niet voldoende: ook indeling, verpakking en transportregels zijn van belang. Het omgaan met gevaarlijke stoffen is complex, raakt vele gebieden – van inkoop via opslag en logistiek tot aan afvalverwerking – en is niet uitsluitend de verantwoordelijkheid van de aangewezen gevaarlijke stoffen functionaris.

Typische fouten kunnen worden vermeden door geschikte materialen, regelmatige trainingen (bijvoorbeeld via de DENIOS Academy) en duidelijke controleprocessen. Gebruik elke gelegenheid om uw systeem te controleren en aan nieuwe voorschriften aan te passen. Meer gedegen informatie over gevaarlijke stoffen vindt u in ons DENIOS Magazine.

Vergelijkbare artikelen

Laden...
i

De technische informatie op deze pagina is met zorg en naar ons beste weten en overtuiging samengesteld. Niettemin kan DENIOS B.V. geen enkele garantie of aansprakelijkheid aanvaarden, contractueel, rechtmatig of anderszins, voor de actualiteit, volledigheid en correctheid, noch jegens de lezer, noch jegens derden. Het gebruik van de informatie en inhoud voor eigen of derde doeleinden is dan ook voor eigen risico. Neem in ieder geval de plaatselijk en actueel geldende wetgeving in acht.

Wij adviseren u graag!

Bel ons of mail naar info@denios.nl en wij helpen u graag verder.

Ma t/m Do: 08:00 - 17:00 | Vrij: 08:00 – 16:00

Welkom op de Nederlandse DENIOS website! Wist u dat DENIOS Benelux een nieuwe website beschikbaar heeft, speciaal voor onze Belgische klanten. Deze website is beschikbaar in zowel het Nederlands als het Frans via: www.denios.be